zondag 20 april 2008

Bindels' Cromwell

Bij mijn pogingen tot reconstructie van het fonds van Uitgeverij Bindels te Spekholzerheide heb ik weer een kleine ontdekking gedaan. Het boek Oliver Cromwell, door Bindels omstreeks 1946 op de markt gebracht, blijkt een titeluitgave te zijn van Leopold von Ranke's Oliver Cromwell en zijn tijd, in 1944 in het (duistere) licht gegeven door de foute Uitgeverij Roskam te Amsterdam. Het is een vertaling, door F.P.M. Spaan van Oliver Cromwell und seine Zeit, verschenen in 1942 bij Verlag Die Heimbücherei te Berlijn. Deze gegevens vindt men niet in de Bindels-uitgave, die op de titelpagina en haar keerzijde na, volkomen identiek is aan de uitgave van Roskam. De naam van de grote negentiende-eeuwse historicus is door Bindels eenvoudig weergegeven als Ranke.

De Roskam-uitgave is op de titelpagina, bij de naam van de uitgever, voorzien van een stempeltje:


VOOR DEN VERKOOP
VRIJGEGEVEN
DE BEHEERDER(S)


Het boek is met andere woorden na de bevrijding weer gewoon op de markt gekomen, als in politieke zin onschuldig boek. Blijkbaar heeft J. Bindels te Spekholzerheide het restant van de oplage opgekocht en van een nieuwe titelpagina voorzien met zijn naam erop. Ik denk dat het, in 1945 of 1946, zijn debuut is geweest als uitgever. Natuurlijk blijven er vele vragen.

dinsdag 15 april 2008

Uitgeverij Bindels


Al woon ik al meer dan vijfendertig jaar in Maastricht, opgegroeid ben ik in Spekholzerheide, tussen Kerkrade en Heerlen. En daar is dus ook het grote lezen begonnen. Hoe verbaasd was ik toen ik in 1961 of 1962 Hermans Heijermans’ roman Droomkoninkje las en dat verhaal zich plotseling naar Heerlen verplaatste, naar mijn eigen omgeving dus. En hoe verrast, toen Nescio in zijn prachtige verhaal Dichtertje Spekholzerheide wist te kennen (al was het maar de naam), toen hij het had over ‘de God van Nederland, van heel Nederland, van Surhuisterveen en Spekholzerheide’.
Wij woonden in de Schoolstraat. Op de hoek van die straat en de Akerstraat had je een merkwaardig, desolaat en stoffig ogend winkelpand, waarvan de inboedel voornamelijk bestond uit stapels boeken, die zichtbaar waren door de grote kale ramen. J. Bindels stond er op de ruit, en daaronder waarschijnlijk Boekbinderij, want dat was wat die winkel heette te zijn. Voor een boekbinder had Bindels zijn naam wel mee.
Intussen weet ik meer. J. Bindels was behalve boekbinder ook een heuse uitgever. Mijn hart ging er sneller van slaan, toen ik bij een Hollands antiquariaat een boekje vond, uit 1949, van een zekere E. van Achterhoek: Koen vaart om de kaap. Avonturen van een scheepsjongen. Onderaan de titelpagina las ik: ‘J. Bindels – Uitgever – Spekholzerheide’.
Een echte uitgever in Spekholzerheide, dertig meter bij ons huis vandaan! En ik had het niet geweten. En wat een exotisch (‘vaderlands’) boek was dat voor een Limburgse uitgeverij...
Intussen heb ik nog drie boeken uit het fonds van J. Bindels antiquarisch weten te bemachtigen. Het eerste is De ‘Goodwill’ Club. Een boeiend verhaal voor jongens, door Hans de la Rive Box, verschenen in 1947. Bindels had het boek, zo zie ik achterin, laten drukken in Krommenie. Niet naast de deur dus. Het tweede – opnieuw niet erg streekgebonden, zoals men misschien wèl zou verwachten - is Oliver Cromwell door Leopold von Ranke, niet gedateerd maar vermoedelijk uit 1946. En ja, eindelijk komen we dan toch dichter bij huis: de roman Knokenflip. Een mijnwerker vertelt, geschreven door G. Nolting. Een boek uit de eigen regio, in 1947 verschenen en opgedragen aan ‘alle Kompels in Limburg en waar ook ter wereld’. Dat laatste relativeert die regio natuurlijk ten zeerste. Limburgse mijnwerkers dachten internationaal. Net als zeelui. Tot op het laatst van zijn leven zag ik hoe mijn vader emotioneel kon worden bij berichten over mijnrampen, in Duitsland, Afrika, Rusland, China.
Wat Bindels nog meer op de markt heeft gebracht, weet ik niet. Maar in 1956 moet de uitgeverij al niet meer hebben bestaan. Toen was in het voormalige winkelpand een café-pension gevestigd, waar Hongaarse vluchtelingen onderdak vonden en waar ik op zomerse zondagmiddagen wel eens een kan bruin bier moest halen voor bij het warme maal. Waarna het grote lezen werd voortgezet.