donderdag 1 december 2011

Leve Pierre Kemp!

Vandaag is het 125 jaar geleden dat in de Mariastraat in Maastricht Pierre Kemp werd geboren.

Uit zijn bundel Engelse verfdoos (1956) de eerste vier regels van het gedicht 'Indian Yellow':


De kleine tovenaar Penseel

drinkt aan het napje Indisch Geel

en tript naar het groen gekarteld buiten

om duo's met de wind te fluiten.

donderdag 10 november 2011

Dit nog, ook dit. Essays over poezie en proza

Athenaeum-Polak & Van Gennep
Verschijnt maart 2012
Omslag: Monique Gelissen
216 blz.

Inhoud

- 'Gekwetst ben ik van binnen.' Over het verhaal 'Maagpijn' van Louis Paul Boon
- Chaos, erosie, entropie. Wetenschap en literatuur bij Willem Frederik Hermans
- Dit nog, ook dit. Een lectuur van Willem Frederik Hermans' gedicht 'Gij zonne sta stil'
- Een badplaats als fata morgana. Over het verhaal 'Samen naar Oostende' van Willem Frederik Hermans
- I am dead. I am alive. Over 'The facts in the case of M. Valdemar' van Edgar Allan Poe
- Op het lijf geschreven (o.a. over Franz Kafka: 'In der Strafkolonie' en 'The pit and the pendulum' van Edgar Allan Poe; verder komen ter sprake gedichten van Jan G. Elburg, Leo Vroman, Gerrit Achterberg en Pierre Kemp)
- Jona en de anderen (over het Bijbelboek Jona, een gedicht van Van der Graft en het verhaal 'Jonas ou l'artiste au travail' van Albert Camus)
-Sporen van Nijhoff in Nederlandse poëzie na de Tweede Wereldoorlog (Gerrit Kouwenaar, Rutger Kopland, Ed Leeflang, Ad Zuiderent, Robert Anker)
- 'Het kind begon mij aan te staren.' Over kinderen, gedichten en abortus bij M. Nijhoff
- Kind en pop (over gedichten van J. Eijkelboom, Anton van Duinkerken, Leo Vroman en Ed. Hoornik)
-'Wanneer ik anders was.' Over enkele gedichten van Jan Hanlo
- Bloem bij Rodenko
- 'Afsluitdijk' van Vasalis. Ervaringen van tijd en ruimte
- De afstand verbreken. Over het gedicht 'Tot den arme' van Willem Elsschot
- Over het beklimmen van de Parnassus (onder andere over gedichten van T. van Deel, A. den Doolaard, H. Marsman en Gerrit Kouwenaar)
- Naar Rome? Naar Venetië! Over Charme van Huub Beurskens
- Kunstrouw. Over het gedicht 'Funeral blues' van W.H. Auden
- Leef verborgen! Wees binnen! Gerrit Kouwenaar als epicurist
- Een gat in de lucht. Over totaal witte kamer van Gerrit Kouwenaar

Verantwoording
Aantekeningen en literatuur


In opdracht van Stichting De Koempel Verhaalt werk ik aan een boek over leven en werk van de Limburgse mijnwerkers: sociale geschiedenis vanuit een persoonlijke en 'literaire' invalshoek.

woensdag 9 november 2011

Billenkoek of erger?



Joachim Patinir: Ruhe auf der Flucht nach Aegypten




Dit is het schilderij 'Die Jungfrau züchtigt das Jesuskind' van de surrealistische kunstenaar Max Ernst. In het programma Kunststof TV van zondag 6 november probeerde Henk van Os aannemelijk te maken dat Ernst op het onorthodoxe idee voor dit schilderij was gekomen na het zien van Joachim Patinir's werk 'Ruhe auf der Flucht nach Ägypten' in de Gemäldegalerie te Berlijn, waarbij hij de handbeweging van Maria verkeerd zou hebben geïnterpreteerd.


Veel aannemelijker dan deze associatie lijkt mij de mogelijkheid dat Max Ernst in dit beeld van de Moeder Gods die haar eerst- (en enig)geborene tuchtigt reminiscenties wilde wekken aan het bijbelse verhaal van Abraham en Isaac: de vader die op het punt staat zijn zoon te offeren (Genesis 22). Mij dunkt dat compositie en dynamiek van 'Die Jungfrau tüchtigt das Jesuskind' - het kind lijkt wel op een offerblok te liggen - deze gedachte bijna onontkoombaar maken. Daar komt nog bij dat het verhaal van Abraham en Isaac in de christelijke traditie gelezen wordt als een prefiguratie van de executie van Jezus van Nazareth.



(met dank aan T.)



































































maandag 31 oktober 2011

Ach, misschien had Ronald Giphart zijn dag niet, toen hij die zogenaamde Lofrede schreef. De grote vraag met betrekking tot het broddelwerk dat hij leverde voor de volksuitgave van Het leven is vurrukkulluk is natuurlijk: hebben ze dat stukje bij de CPNB niet gelezen voordat ze het naar de drukker stuurden? Of vonden ze het wel mooi zo? Wel verstand van boeken als koopwaar, maar niet van taal en stijl?

zaterdag 29 oktober 2011

Doa tuut 't in reprise


Misschien niet toevallig in het weekeinde na Allerzielen wordt in het Belgisch-Limburgse Eisden mijn theatermonoloog Doa tuut 't, een terugblik op het Limburgse mijnwerkersverleden, opnieuw op het toneel gebracht. Twaalf jaar na de premiere in Maastricht.
Opmerkelijk: aan het eind van de voorstelling door Theaterlabo Anno8 neemt een accordeon het spel over. Een 'luchtinstrument' als de tuba waarmee ik het stuk destijds liet eindigen, maar van een andere orde. Misschien zal die accordeon nog aangrijpender voelbaar kunnen maken waar het mij in mijn 'monoloog voor stem en tuba' destijds om ging: de ademnood van de mijnwerker met stoflongen. De accordeon als borstkas.


vrijdag 21 oktober 2011

Verstopte doos


Nederland leest de ‘Lofrede’ die Ronald Giphart schrijfbabbelde voor de CPNB-uitgave van Het leven is vurrukkelluk. Het werd een klein brevet van onvermogen. Een ongeinspireerd woordje vooraf, dat bij Camperts roman zelfs als nawoord had misstaan. Stilistisch uiterst zwak bovendien. Het leven is vurrukkulluk een ‘vurrukkulluke’ roman noemen ­– kan het flauwer? Ja. Giphart verzint zelf ook nog een woord: vurschrukkulluk. ‘Vurschrukkulluk geestig’ is de roman waarvan hij de lof probeert te zingen, zonder in te zien dat een woord als ‘verschrikkelijk’ in tegenstelling tot ‘verrukkelijk’ nu juist niet op joyeuze campertiaanse wijze gespeld kan worden.
Enfin, Ronald Giphart is geen dichter, misschien ligt het daaraan. Maar wat te denken van een prozaschrijver die ‘onder de gewelven van onze school’ (he, waar?) ‘een verstopte doos met jaargangen schoolkranten’ vindt? Pardon? Een verstopte doos? Zoiets als een verstopte neus? Een verstopt toilet?
Giphart is idolaat van Remco Campert. Dat kan, en dat mag natuurlijk. Maar wanneer hij trots vertelt hoe hij van de schrijver tegen het einde van een gezamenlijke lezingentoernee ten afscheid drie zoenen ontvangt, lezen we dat dit gebeurde terwijl ‘ik mij ondertussen gewaar werd hoezeer ik deze man bewonderde.’ Zich iets gewaar worden. Beseft Ronald Giphart ‘zich’ niet hoezeer zijn krakkemikkige stijl contrasteert met de elegante woordkunst van Camperts roman?
Drie zoenen. Wat staat er precies? ‘Het moment erop gaven we elkaar drie klappende volzoenen.’ Volzoenen? Klappende?
‘Als ik op dat moment een paraplu had gehad, was ik zo vanaf het dak naar beneden gesprongen.’
Op dat moment? Hoe doe je dat, terwijl je in een lift staat vanaf het dak naar beneden springen?

dinsdag 23 augustus 2011

In de verstrooiing. Twee-minutengedichten

3

Met zijn oren hoog geheven,

luisterend naar zijn trillend leven,

zit een konijn, in licht gevangen,

voor het raam in stil verlangen.

En de adertjes in zijn oren

die als bladeren mij bekoren,

herfst van nerven en geweien,

willen zich van vlees bevrijden.


wordt vervolgd

maandag 22 augustus 2011

In de verstrooiing. Twee-minutengedichten

1

De vader van Jan Swammerdam

vond kleine beestjes in zijn kam.

Hij hield ze tegen het licht en zei:

‘Hier kan ik met mijn hoofd niet bij.’

Jan Swammerdam, iets meer verstand,

wees vaders aarzeling van de hand,

want zelfs de kaalste luis mag hopen

op Gods zegen en Zijn microscopen.

2

De hennen kennen van de haan

alleen de vurige achternaam.

Dus koert er een: ‘O, lieve Chris…’,

dan weet haan Kees hoe laat het is.


wordt vervolgd


zondag 21 augustus 2011

Daar buiten loopt een Swaab






Wat de geleerde Dick Swaab ons met zijn boek over de hersenen vooral duidelijk maakt, is dat hij zijn reductionistische visie op het menselijk handelen en de menselijke geest onder een verkeerde titel in de wereld heeft gestuurd. Wij zijn ons brein. Juister zou zijn: Wij zijn mijn brein.


donderdag 7 april 2011

Aan een internetcriticus

Och doe dikke dikke nold. Och doe dunne dunne vaam. (Kerkraads)

In memoriam Robert Heppener

Op 25 augustus 2009 overleed in Bergen N.H. de componist Robert Heppener, lieve vriend sinds vele jaren van mijn vrouw en mij. In Bewaarmachinist (Uitgeverij Huis Clos, 2011, zie verderop in dit blog) nam ik een gedicht op, opgedragen aan zijn nagedachtenis: 'Boomlied'.
'Boomlied' is niet alleen gebaseerd op herinneringen aan de persoon Robert Heppener, maar bevat ook reminiscenties aan werk van hem: 'A Girl' uit zijn Four Songs on Poems by Ezra Pound en de liederencyclus Tussen bomen, op gedichten van Chr. J. van Geel.


Boomlied


De noten vallen niet ver van hun boom.

Zelfs wie ze van de takken slaat, diens stok

houdt zich bezwaard door tederheid in toom,

beweegt met regelmaat: de wijzer van een klok.


Met bladeren maakt de boom zich van zijn wortels los

als in de herfst de wind ze door de leegte jaagt,

dansend, dwarrelend, ver van park en bos,

zich hopend, maar door rottenis belaagd.


Als blad en noot klinken jouw tonen op.

Dichtbij jouw kroon en in ons verre hier.

Hun stam ben jij, hun stok, hun herfst, hun storm.


Muziek, standvastig vluchtig, zocht haar vorm

in jouw natuur, doorheen jouw zielekier.

Omhoog, omhoog, als levenssap ten top.

woensdag 23 maart 2011

Dichtersgeneratie

Zojuist verschenen:

De tegenstrijdige generatie
Dichters van de jaren zeventig

Samengesteld en ingeleid door Yves T'Sjoen
319 blz. ISBN 978 90 290 8705 6
J.M. Meulenhoff, Amsterdam

In De tegenstrijdige generatie zijn belangrijke Nederlandstalige dichters bijeengebracht die debuteerden in de jaren zeventig. Deze dichters, geboren tussen 1944 en 1954, zijn inmiddels gevestigde namen. Maar voor oeuvrebouwers en geleidelijk tot wasdom gekomen stemmen in het hedendaagse poëzielandschap, bestaat steeds minder kritische (en volgehouden) aandacht. Met deze bloemlezing krijgen deze dichters de plek die ze toekomt.Uniek aan deze bloemlezing is dat de dichters zélf de gelegenheid hebben gekregen hun werk te presenteren. De tegenstrijdige generatie is hierdoor een persoonlijk document over een generatie die het verdient voor het voetlicht gebracht te worden.
De opgenomen dichters zijn: Robert Anker, Benno Barnard, Huub Beurskens, Frans Budé, Eva Gerlach, Jacob Groot, Luuk Gruwez, Stefan Hertmans, Hester Knibbe, Frank Koenegracht, Anton Korteweg, Wiel Kusters, Leonard Nolens, Willem Jan Otten, Hans Tentije, Miriam Van hee, Ad Zuiderent.

woensdag 9 maart 2011

Biografie van Kees Fens

Sinds een jaar werk ik aan een biografie van de literatuurcriticus en essayist Kees Fens, te verschijnen in 2013, vijf jaar na zijn overlijden. Ik houd mij aanbevolen voor herinneringen, documenten, tips. wiel.kusters@gmail.com

zaterdag 26 februari 2011

Zojuist verschenen Bewaarmachinist nieuwe gedichten Uitgeverij Huis Clos, Rimburg. 47 blz. prijs 5 euro Bestellen: info@uitgeverijhuisclos.nl