woensdag 25 juni 2014

Vannacht live in VPRO's Nooit meer slapen, Radio 1, tussen 00.00 en 01.00 uur, over Kees Fens en meer.
Dit gesprek met Pieter van der Wielen kunt u HIER teruglezen.

vrijdag 13 juni 2014

Poëzie

Want wat wij van de woorden leerden
die wij streelden, die ons deerden,
ligt tussen God en Misverstand
als groot Gelijk - maar het verkeerde.


WK

woensdag 4 juni 2014

Kees Fens-avond op NPO Cultura


Naar aanleiding van het verschijnen van mijn biografie van Kees Fens, Mijn versnipperd bestaan, hebben televisiezender NPO Cultura en npocultura.nl op zondag 22 juni een speciale Kees Fens-avond geprogrammeerd. Vertoond wordt o.a. Hans Kellers documentaire Erfgenaam van een lege hemel. Klik hier voor het complete programma.

Merels en jongens


Nieuwe merels
voor A.M.


Er was een man
die bij elke strofe
die hij hoorde van
de merel
zei
schat schat
en er kwamen weer
nieuwe merels merels
En bij elke jongen
die hij zag op de
fiets of lopend
dacht
en zei hij
beeld beeld
En die man
ben ik zelf

Jan Hanlo
Verzamelde gedichten (Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1958)

Over dit gedicht, over de rol van vogelzang (van merels in het bijzonder) in het werk van Jan Hanlo, en over nog veel meer, schreef ik in En de grote rodekolen en de rode kroten rooien. Jan Hanlo's moedertaal. Rimburg / Roermond, Huis Clos / LCL, 2012.
In gesprek met Joost Wilgenhof, die voor de VPRO een radiodocumentaire maakte over Jan Hanlo, improviseerde ik een uitgebreidere, nieuwe interpretatie van 'Nieuwe merels'. Een beknopte versie daarvan kwam in de documentaire Het beeld van Hanlo terecht.
Mijn commentaar komt hierop neer. De merelzang, vergelijkbaar met de intieme, sterk op klank en expressie gerichte materiële 'moedertaal' van de dichter, wordt in 'Nieuwe merels' beantwoord met een even intiem 'schat schat'. Met betrekking tot de jongens die de dichter ziet lopen of fietsen zijn de woorden ‘schat schat’ taboe: met betrekking tot hen denkt en zegt hij: ‘beeld beeld’. Die woorden, die niet naar horen maar naar zien verwijzen, scheppen afstand. De blik plaatst het geziene, het beeld, tegenover en dus buiten de kijker. Horen is iets anders: voor muziek en geluid geldt dat je erin kunt zijn, zij is niet iets wat als een tegenover kunt ervaren. Muziek raakt je aan.
De jongens waarover het gaat zijn ‘nieuwe merels’, maar ze moeten op afstand blijven, ze moeten beeld blijven. Er dreigt grensoverschrijding. Naar intimiteit wordt door de dichter wel verlangd, maar ze is niet gewenst. ‘Nieuwe merels' spreekt op versluierde wijze over wat niet mag.
Zelf vond Hanlo het gedicht, blijkens een brief aan zijn moeder, toch nog 'te direct. Ik zal mij er misschien mee compromitteren.'